Home » 2019 (Pagina 2)
Jaarlijks archief: 2019
Jacob Brouwer
- Geboren op 18 november 1881 te Hollum
Overleden op 21 oktober 1971
Jacob was verlamd en kon zijn benen niet bewegen. Maar hij was een doorzetter. Hij werd gemeenteontvanger en schreef artikelen voor de Dockumer Courant. Rond 1925 werd hij op de foto gezet. Zittend in zijn hondenkar, waarmee hij zich noodgedwongen moest verplaatsen.
Hij was 42 jaar toen hij trouwde. Met de dertigjarige Hollumer Pietje Bakker. En samen met haar kreeg hij drie dochters. In januari 1931 sloeg het noodlot echter toe. En moesten ze hun vier jaar oude Janna Martha begraven.
Pietje Bakker moest vlak voor ze honderd jaar werd haar geliefde eiland verlaten. Zij had de heup gebroken en kwam via verpleging in Leeuwarden in een verpleeghuis De Hout in Alkmaar terecht. Daar was het ook dat burgemeester Zonnevylle haar een bezoek bracht toen ze honderd jaar werd. Daar kreeg ze de gelukwensen van H. M. de Koningin en van de Commissaris der Koningin, Hans Wiegel.
Kunt u helpen? Weet u meer over Jacob Brouwer en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.
Bronnen:
- Facebookpagina Vrienden van Amelander Historie
- http://www.allefriezen.nl
- http://www.graftombe.nl
- Leeuwarder Courant, 06 oktober 1993
Roelf Visser
- Geboren op 14 januari 1902 te Holwerd
- Overleden op 08 december 1988
Schoondochter Elizabeth Visser – van Assen vond bovenstaande prachtige foto waarop Roelf en Ljipkje bij hun melkkar staan. Roelf ventte in Drachten met zuivelproducten voor Freia. Tussen de wielen lijkt een hond te liggen …
Roelf en Lipkje bleven kinderloos – Ljipkje op 14 december 1937.
Roelf Visser bleef niet alleen. Hij trouwde voor de tweede keer. Op 5 mei 1939 met Aaltje Miedema, geboren op 12 juni 1903. Aaltje overleed op 10 juli 1995 en kwam bij Roelf in het graf te liggen.
Op enig moment is Roelf groenteboer geworden. Ventend met de hondenkar in Dokkum. De familie heeft mogelijk nog een deel van deze kar teruggevonden:
De hond heette Floris. Floris lag altijd in de winkel onder de etalage. Na sluitingstijd kreeg hij de opdracht om op te passen. En dat deed hij. Er kwam niemand binnen die er niet hoorde.Toen de hond niet meer onder de kar mocht werd een vergunning aangevraagd voor Piet van Knijff. Piet van Knijff had een beperking en mocht dan met de hondenkar rijden.
Kunt u helpen? Weet u meer over Roelf Visser en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.
Bronnen:
- http://www.allefriezen.nl
- http://www.graftombe.nl
- Elizabeth Visser – van Assen
Jan Geerts Meulenbelt
- Geboren op 29 januari 1868 te Bergum
- Overleden op 29 september 1954
Samen kregen ze, voor zover ik weet, tien kinderen:
- 31-10-1899, Geert
- 20-07-1901, Geertje
- 18-08-1903, Elisabeth
- 03-02-1906, Bontje
- 13-04-1907, Foekje [overleden op 22-03-1910, 2 jaar oud]
- 12-11-1910, Foekje
- 27-07-1912, Andries [overleden op 30-05-1913, 10 maanden oud]
- Janke [overleden op 02-11-1918, 8 maanden oud]
- Roel [overleden op 26-08-1920, 7 maanden oud]
Van Janke en Roel heb ik nog geen geboortedata gevonden
- 02-09-1914, Andries
“Jan Kypeltontsje”, zoals hij in de volksmond werd genoemd, haalde de soms overvolle ‘húsketonnen’ op. De volle tonnen werden in een schip geladen. In de Skipfeart. In diezelfde Skipfeart werden de tonnen ook schoongemaakt. Als er dan kinderen langs kwamen, dan kregen die een pepermuntje van de mannen. Zo uit het bruin-papieren zakje. Met ongewassen handen …
Overigens heeft Jan dit werk jarenlang met Rindert Leegstra gedaan.
Ach, het waren andere tijden. En ook taaie tijden, getuige het feit dat hij aan het graf stond van vier kinderen en in april 1925 ook zijn vrouw moest begraven. Twee jaar later, op 15 januari 1927, trad Jan in het huwelijk met Johanna van der Valle [1867 – 1934].
Jan had dus een gemeentebetrekking. Hij was gemeenteambtenaar. Hij vroeg de gemeenteraad ook meerdere malen om een vergoeding voor het gebruik van zijn hond. De eerste keer dat ik zo’n verzoek tegenkom is in 1922. Jan vraagt dan om 50 gulden vergoeding, maar de gemeenteraad wijst dat af.
Maar Jan geeft niet op.
In 1929 vraagt hij “eenige tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en voeding van zijn hond, die hij gebruikt ten behoeve van dan reinigingsdienst”. Maar zijn verzoek wordt later dat jaar, tijdens de behandeling van de gemeentebegroting 1930, weer afgewezen. “Dergelijke verzoeken zijn er vroeger ook geweest. Naderhand is, daarmee rekening houdend, de belooning verhoogd, dus dan gaat het niet om nu apart vergoeding voor den hond bovendien te geven”.
De raad staat wel met algemene stemmen toe om [“met nadere regeling van B en W”] “voor hem een zoodanige regeling te treffen, waarbij hij in het genot wordt gesteld van zeven dagen vacantie per jaar met behoud van salaris”.
In 1932 vraagt Jan om verlenging van zijn dienstverband bij de gemeente. Ook na zijn 65e verjaardag wil hij aanblijven. Maar er wordt besloten om hem “onder dankbetuiging eervol ontslag te verleenen als dorpsreiniger te
Bergum” en hem “tot wederopzegging te verleenen een gratificatie van 200 gulden ‘s jaars”. De datum werd op 1 juni gesteld “of zooveel later als Gedeputeerde Staten hunne goedkeuring zullen gehecht hebben aan de hiertoe benodigde begrootingswijziging”.
De reinigingsdienst werd voorlopig overgenomen door S. A. Hoekstra.
Jan Geerts Meulenbelt kon niet stilzitten. Tegen zijn 70e verjaardag lijkt hij nog ijverig zijn handen uit de mouwen te steken. Waarom anders zou hij bierbrouwer J. Noordenbosch helpen bij het lossen van goederen? De weduwnaar Jan Geerts viel daarbij in een vrij diepe kelder, zo blijkt uit een krantenbericht – “klagend over pijn in de rug, werd hij naar zijn woning, staande in de Westerbuurt, gebracht”.
Kunt u helpen? Weet u meer over Jan Geerts Meulenbelt? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.
F. de Boer schreef over de mannen die de ‘húsketonnen’ haalden en brachten een gedicht:
Onze plaats herbergde mannen
Met een o zo nuttig vak
Dat gedoemd was te verdwijnen
Voor het meer modern gemak.
Wekelijks brachten ze hun klanten
Achter de meest ‘intieme’ deur
Al naar gelang de aanloop was
Een frisse ton met creoline-geur.
Hun daaglijks werk was tonnensjouwen
Door de gang of door de steeg
Torsten zij de ‘wisselbeker’
Vol terug, heen was-ie leeg.
Ach hoe lang is’t al geleden
Als je omkijkt, nog maar pas
Dat de ‘poepkar’ door de straat reed
Van een uitgestorven ras.
Ons past een postume hulde
Al is’t dan wat rijk’lijk laat
Aan de mannen in het as-grauw
En hun onvolprezen karre-paard
F. de Boer
Bronnen:
- Facebookpagina Oud Burgum
- http://www.alle friezen.nl
- http://www.nutburgum.nl
- Leeuwarder Courant, 29-11-1922
- Leeuwarder Nieuwsblad, 19-09-1929
- Leeuwarder Courant, 20-09-1929
- Leeuwarder Courant, 08-11-1929
- Friesch Dagblad, 17-10-1932
- Leeuwarder Courant, 19-05-1933
- Leeuwarder Nieuwsblad, 12-06-1937