hondenkarren

Home » 2019

Jaarlijks archief: 2019

Front Page Widgets

This area of your home page is configured by going to the Customizer and adding widgets in the Front Page widget areas.

Hermanus van Zandbergen

  • Geboren op 22 februari 1861 te Marssum
  • Overleden op 30 mei 1927 te Dokkum

Nieuwsblad van Friesland, 16 december 1921

Mishandeling van een hond. Dat was de beschuldiging tegen de toen 60-jarige koopman Hermanus van Zandbergen uit Dokkum. Hermanus was geen Dokkumer. Hij was niet eens een noord-oost Fries, maar werd geboren in Marssum [Menaldumadeel] in het gezin van kuipersknecht Eize Hermanus van Zandbergen [1832 – 1911] en dienstmeid Jantje Meinders Miedema [1830 – 1895]

Toen hij 23 jaar was trad hij in het huwelijk met een “modiste” en koopmansdochter, Antje Jellema [1860 Scharnegoutum – 1931 Dokkum]. Samen kregen ze zes kinderen:

  1.  19-05-1885, Eize, geboren te Menaldumadeel
  2.  17-12-1887, Beitske, geboren te Hemelumer Oldeferd
  3.  25-10-1889, Eize, geboren te Hemeler Oldeferd
  4.  24-09-1897, Jantje, geboren te Sneek.
  5.  18-06-1899, Beitsche, geboren te Sneek.
  6.  16-12-1902, Elisabeth Pietertje, geboren te Sneek.

Het is mij [nog] niet duidelijk waarom en wanneer het gezin naar Dokkum kwam. Ook niet of [alle] kinderen meekwamen naar Dokkum.

Een gegeven is wel dat Hermanus als 60-jarige koopman uit Dokkum er van werd beschuldigd dat hij “een hond te zwaren arbeid” liet verrichten. Bij de behandeling van het appèl tegen het vonnis werden twee getuigen opgeroepen. Jelgersma [inspecteur van politie] en Terpstra [agent van politie en verbalisant] verklaarden beiden “dat er van de krachten van het bewuste dier, aangespannen voor een kar, teveel gevergd werd”. Het half verlamde dier zou zelfs enkele meters over de grond zijn meegesleept toen Hermanus de kar voortduwde.

Hermanus hield vol dat hij zijn hond goed verzorgde. Dat de hond immers voor hem “den kost” moet verdienen en dat er van te zwaar werk geen sprake kon zijn. Het mocht niet baten. De president van de rechtbank geloofde Hermanus niet: “hij heeft beklaagde hooren schilderen als een beul voor zijn honden”. Met de veroordeling tot 30 gulden of 30 dagen hechtenis tot gevolg.

Hermanus heeft gestreden voor zijn gelijk – vandaar denk ik ook het appèl. Van hem kan ik ook maar één rechtszaak vinden. Ik kan trouwens maar heel weinig over hem vinden. Dat is jammer. Want het mag niet zo zijn dat Hermanus door één krantenbericht een stempel opgedrukt krijgt. Als u meer weet te vertellen over Hermanus van Zandbergen, over wie hij als mens was, reageer dan op deze post.

Bronnen:

  • Nieuwsblad van Friesland, 09-12-1921
  • Nieuwsblad van Friesland, 16-12-1921
  • http://www.drijber.info [Stamboom van Zandbergen]
  • genealogie online

Rein Thijsses Baarsma

  • clik for English text

    Geboren op 29 september 1838 te Zwaagwesteinde

  • Overleden op 07 december 1902 te Zwaagwesteinde

Rein Thijsses Baarsma [collectie Westereen promoasje]

Rein Thijsses Baarsma trouwde op 11 oktober 1866 met de 21-jarige Minke Geerts Tuinstra. Minke was op 17 februari 1845 geboren in Gerkesklooster. Zij overleed in 1917. Samen met haar kreeg hij 12 kinderen.

Rond 1900 ventte Rein Baarsma vanuit Zwaagwesteinde zijn kaas door heel Friesland. Het was het begin van een klein winkeltje wat uiteindelijk uitgroeide tot  één van de grootste zaken van de provincie. Rein had een handelsgeest, het initiatief plus de ondernemingszin om door te zetten. Prachtig hoe de Leeuwarder Courant van 3 augustus 1951 kopt: “pak roestige spelden legde de grondslag voor groot-bedrijf”. En de Baarsma-zaak was, weer volgens de redacteur van de Leeuwarder Courant, “een van de meest merkwaardige” bedrijven van Friesland.

In 1891 kwam zoon Egbert Baarsma [*1876 – + 1932] bij zijn vader Rein Baarsma in de winkel. Waar naast kaas ook groenten en dergelijke werden verkocht. Egbert heeft eigenlijk de basis gelegd voor het berdrijf door een pak “roestige” spelden. Vader Rein had dat op een woensdagse reis naar Dokkum meegenomen. Per hondenkar. Via Egbert en zijn vrienden werden de spelden uitgevent. Vanaf die tijd groeide Baarsma langzaam maar zeker uit en werd er in 1908 een Naamloze Vennootschap van gemaakt.

Helpt u mee en weet u meer Rein Thijsses Baarsma of over andere mannen [en vrouwen] met hondenkarren? Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

Wijtse Zuidema

  • Geboren op 14 juli 1874 te Akkerwoude
  • Overleden op 17 januari 1939 te Leeuwarden

1931-04-14, Friesch Dagblad, 14 april 1931

Het is een kort berichtje in de krant. Petroleumventer W. Zuidema raakte in 1931 te water. Met zijn hondenkar. Met deze twee volle regels uit het Friesch Dagblad begon te zoektocht naar de identiteit van deze karrijder. Een zoektocht waarbij de bezoekers van Facebookpagina “Damwâld van toen” mij op het spoor brachten.

Wijtse werd geboren in het gezin van dagloner Johannes Wijtzes Zuidema en Antje Lei. Op 19 mei 1897 trad hij in het huwelijk met de 22-jarige Freerkje Tuinstra, dochter van gardenier Gerrit en Sjoukje Tuinstra – Visser. Wijtse Zuidema en Freerkje Tuinstra kregen samen vijf kinderen:

  1. 28-09-1897, Johannes, geboren te Dantumawoude
  2. 05-12-1899, Gerrit, geboren te Murmerwoude
  3. 19-05-1902, Jan, geboren te Westergeest
  4. 10-08-1907, Sjoukje, geboren te Murmerwoude
  5. 22-04-1911, Antje, geboren te Akkerwoude

Even een zijstapje naar de ouders van moeder Freerkje, Gerrit Freerks Tuinstra en Sjoukje Feikes Visser. Dit gezin woonde onder de klokslag van Westergeest in de Mieden. Formeel Kollumerzwaag. Destijds bij de kronkelige Petsloot die in 1880 / 1881 min of meer opging in de Nieuwe Zwemmer. Gerrit Tuinstra moest daarvoor grond afstaan en ontving daarvoor een geldbedrag ‘tot het bouwen eener nieuwe woning’. Want hun toenmalige woning zou te dicht op het kanaal komen te staan.

Deze informatie over de schoonouders van Wijtse Zuidema is volgens mij relevant vanwege de geboorte van hun derde kind. Want in de geboorteakte van zoon Jan staat Westergeest vermeld als geboorteplaats. Over Wijtze Zuidema staat in diezelfde akte geschreven: “arbeider, wonende te Westergeest”. Terwijl alle andere kinderen in ‘de wouden’ zijn geboren.

Bijna zestien maanden later komt Jan al te overlijden. In het diaconessenhuis te Leeuwarden, zo blijkt uit zijn overlijdensakte. Daarin staat dat Jan werd geboren in Westergeest, “wonende te Murmerwoude”.

Ook Wijtse Zuidema komt in Leeuwarden te overlijden. Zoon Gerrit, zonder beroep, doet daarvan in Leeuwarden aangifte. Wijtze [in de overlijdensakte staat zijn naam geschreven met een -z-]  was “oud vierenzestig jaren, petroleumventer, geboren te Akkerwoude, wonende te Murmerwoude, weduwnaar van Tuinstra, Freerkje, ..”.

Helpt u mee en weet u meer Wijtse Zuidema of over andere mannen [en vrouwen] met hondenkarren? Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen

Minne Rozema

Dokkum, Woudpoort

De Woudpoort te Dokkum. Een prachtig straatbeeld. Gelukkig gaat niet iedereen die op deze foto staat op in de anonimiteit maar staan enkelen met naam genoemd in “Dokkum in oude ansichten”: Frederik de Vries, de zoon van smid Bijlsma, Slagerszoon Sjoerd van Klaarbergen.

En natuurlijk caféhouder Minne Rozema, die bij zijn hondenkar staat. Minne was ook kruidenier. Hij was in de omtrek een populaire verschijning. Want het verhaal gaat dat hij onder de zakken suiker en andere waren flessen alcoholische dranken had liggen.

Het maakt nieuwsgierig naar deze man die er met kar en twee honden op uit trok.

Wie was hij? Kunt u helpen? Weet u meer over Minne Rozema [en zijn gezin]? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

  • “Dokkum in ansichten”

Eelke I. Idsardi

  • Geboren op 08 mei 1908 te Ee
  • Overleden op 27 augustus 1985 te Ee

Eelke I. Idsardi [collectie de Sneuper, nummer 66]

Tenminste, als dit de Eelke Idsardi is die op de foto staat. In de bevolkingsregisters staan meerdere personen met dezelfde naam, maar er is maar één die begraven ligt in Ee.

Dat is arbeider Eelke Idsardi die te Ee werd geboren in het gezin van Ids en Aukje Idsardi – Loonstra. Op 07 mei 1942 trouwde hij met Hiske van Hijum [1915 – 1990] een 26-jarige huishoudster die werd geboren in Murmerwoude. Samen kregen ze drie kinderen.

In de jaren ’30 van de vorige eeuw werd Eelke door Lubbert Pieters voor zijn woning aan de Lytse Loane op de foto gezet. Met zijn hond Juno en hondenkar. Eelke ‘sútelt’ dan voor De Automaat met petroleum, wat duidelijk te zien is aan het grote reclamebord boven de kar. En aan de pet die Eelke draagt.

Kunt u helpen? Weet u meer over Eelke Idsardi en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

Jacob Braaksma

  • Geboren op 24 april 1852 te Westergeest
  • Overleden eind september 1916 te Dokkum

30 september 1916, Kollumer Courant

Jacob Hendriks Braaksma moet een persoonlijkheid zijn geweest, een dorpsfiguur pur-sang. Hij handelde in porselein. Daarnaast was hij de [laatste] lantaarnaansteker en sjouwde met zijn ladder door het dorp om de openbare verlichting te ontsteken. Zijn dochter Selie moest daarbij de ladder ondersteunen en haar vader behoeden voor een val. Het lijkt er op dat ze daarbij veel last ondervonden van de jeugd, want Wietske de Boer – Wiersma verteld:

Jacob was een zoon van Hendrik Jacobs Braaksma [1817 – 1875] en Selie Wybes van der Schaaf [1821 – 1861]. Ouders die hij op jonge leeftijd al moest missen. Hij trouwde op 13 mei 1880 te Metslawier met Grietje Oebeles van der Woud [1850 – 1942], een 29-jarige ‘bolkoerrinster’ en samen kregen zij in hun geboortedorp Westergeest twee kinderen:

  1. Sijke Jacobs, 07 oktober 1882
  2. Selie Jacobs, 28 september 1887

Het gezin woonde op de hoek Bumawei / van Teijenswei.

Jacob, die volgens een krantenbericht van 30 september 1916  “lijdende was aan zenuwen”, was rond 28 september 1916 met zijn hondenkar onderweg naar Dokkum, maar hij zal daar nooit arriveren. Hij werd levenloos gevonden in de Trekvaart.

Zijn overlijdensakte in Kollumerland c.a., die opgemaakt werd op 3 oktober 1916, vermeld dat hij te Dokkum is overleden. De in Dokkum opgemaakte overlijdensakte vermeld dat de exacte datum van overlijden niet bekend is:

Kunt u helpen? Weet u meer over Jacob Braaksma en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

 

Kornelis Aukes Bosma

  • Geboren op 11 november 1889 te Veenwouden
  • Overleden op 19 december 1933

Kornelis Aukes Bosma en Romkje Sipkes van der Veen [collectie Jan Bergsma]

En dan duikt er opeens een voor mij nog onbekende foto op. Van een eveneens mij nog onbekende karrider, Kornelis Aukes Bosma.

Prachtig fier staat hij naast zijn hond, met een petroleumkan in zijn hand. De glimmende pet van De Automaat op zijn hoofd. Op de achtergrond schenkt een vrouw petroleum over in een te verkopen kan. Hun beider ogen zijn gericht op de camera. Een stilleven en prachtig tijdsbeeld, vastgelegd en gelukkig bewaard voor nu en later. Als stille hommage aan de karrider én zijn vrouw – letterlijk en figuurlijk als een stille kracht op de achtergrond !

 

Kornelis Aukes werd geboren in het gezin van Auke Kornelis Bosma en Jeltje Gerrits van der Werff. Met dubbel f. Uit diverse registers blijkt dat hij arbeider was. Zuivelarbeider. En dat hij [ook] petroleumventer is geweest. Met de hondenkar, dus.

De vrouw op de foto zou zomaar Romkje Sipkes van der Veen kunnen zijn. De vrouw met wie Kornelis op 18 februari 1913 was getrouwd. Romkje was toen een 18-jarige jonge vrouw uit Hardegarijp. Op 25 mei 1894 geboren in het gezin van Sipke Lieuwes van der Veen en Klaaske Jans van der Heide.

Na het huwelijk in Dantumadeel werden 12 kinderen geboren – als vader en moeder stonden ze aan het open graf van zes van hun jonge kinderen.

Maar hun jonge kinderen stonden ook aan het open graf van vader en moeder. Zoon Lieuwe was zich op 2-jarige leeftijd niet eens bewust van het overlijden van zijn vader Kornelis Aukes op 19 december 1933. En hij was zich misschien als 4-jarige ook nog niet eens bewust van het overlijden van zijn moeder Romkje Sipkes op 18 november 1935.

Lieuwe werd, met nog drie kinderen, opgevangen door de broer en schoonzus van Kornelis Aukes: Gerrit Bosma en Hendrikje Alles de Jager. Ruimhartige mensen waar altijd genoeg was: “Je kon zo mee eten”.

De toen ongeveer 20-jarige, oudste dochter Klaske bleef in het ouderlijk huis wonen.

Kunt u helpen? Weet u meer over Kornelis Aukes Bosma en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

 

 

 

Jilt Plantinga

  • Geboren op 13 februari 1867
  • Overleden op 27 december 1939

Leeuwarder Courant, 18 januari 1901

Jilt P. is een 33-jarige koopman te Zwaagwesteinde. Bij de uitoefening van zijn bedrijf bedient hij zich van een hondekar”. Met deze zin in de Leeuwarder Courant van 18 januari 1901 kom ik deze karrider op het spoor. Een rekensommetje leert dan dat deze karrider geboren moet zijn rond 1867.

Op 31 oktober 1896 trouwde Jilt [of Jielt] op 29-jarige leeftijd met de 20-jarige Antje van der Meulen [1876 – 1937] en al snel werd hun eerste zoon geboren:

  1. Gerrit [19-11-1896]
  2. Antje [16-04-1898]
  3. Wybe [01-01-1900 – 05-08-1901]
  4. Jiltje [26-07-1901 – 11-09-1904]
  5. Wybe [21-09-1905]
  6. Eedse [06-05-1907]
  7. Daniël [30-04-1909]
  8. Hendrik [.. – 21-10-1913]

Jilt Plantinga heeft een bewogen leven achter de rug; hij kende de weg naar de rechtbank in Leeuwarden. Zo moest hij zich begin 1900 verantwoorden voor de rechter. Hij had zich, “terwijl hij in zeer abnormalen toestand verkeerde, schuldig gemaakt aan verzet en mishandeling van den veldwachter Kleefstra, die hem naar het bureau wou brengen”.

In “Ervaringen van een oud-politieman” schreef een mij nog onbekende agent dat hij op een zondagmorgen Jilt P. moest aanhouden. Jilt moest nog een gevangenisstraf van enkele maanden ondergaan en het was hem tot dan toe steeds gelukt om daar onderuit te komen. De politieman ging met een collega op pad en voor Jilt en zijn vrouw er erg in hadden stonden beide agenten in het woongedeelte. Jilt was thuis, “hij lag echter nog in bed”.

De agenten “kenden Jilt als een ongemakkelijken en brutalen vlegel en hadden er op gerekend, dat zijn aanhouding niet zoo heel gemakkelijk zou gaan”. Toch bleef Jilt tot hun verwondering “onbeweeglijk te bed liggen en kroop hij zoo mogelijk nog dieper onder de dekens”.

Toen uiteindelijk het geduld van de agenten op raakte, stapten ze op Jilt af met de woorden “Dan er uit”. “Op dat moment gilde de vrouw: ‘Hij kan er niet uit [met een vloek], want ik heb zijn kleeren uitgewasschen’”. En inderdaad, Jilt lag naakt in bed. “we overtuigden ons, dat zijn ondergoed buiten aan de lijn te drogen hing. Volgens zijn vrouw had hij geen andere onderkleeren”, aldus de agent.

Er zat niets anders op, dan te wachten tot de kleeren zoo droog waren, dat Jilt ze kon aantrekken. Daarmee waren ruim drie uren gemoeid en toen pas konden we met onzen arrestant op stap”.

Het waren andere tijden. En Jilt was zeker niet de enige die de weg naar de rechtbank kende. In de hiervoor al aangehaalde “Ervaringen van een oud-politieman” schreef de agent: “Tot den bewakingskring van de brigade V., waar ik indertijd was gestationneerd, behoorde ook een deel van de z.g.n. arme Friesche heide. De bewoners […] vertrokken met hun hondenkarren en koopwaar op Maandagmorgen en keerden op Zaterdagavond weer. Een gemakkelijk volkje was het niet. Bijna iederen Zaterdag- en Zondagavond werd er gevochten, waarbij het gebruik van het mes geen zeldzaamheid was. De rechtbank, waaronder de streek ressorteerde, kreeg heel wat mishandelingen van min of meer ernstigen aard te berechten”.

Kunt u helpen? Weet u meer over Jilt Plantinga en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen

  • allefriezen.nl
  • Leeuwarder Courant, 23 februari 1900
  • Leeuwarder Courant, 18 januari 1901
  • Leeuwarder Courant, 11 mei 1938

Hendrik Bosma

  • Geboren op 19 april 1876 te Zwaagwesteinde
  • Overleden op 15 april 1943 te Groningen

Het is een artikel in een krant uit 1900 die de vinger legt bij Hendrik Bosma. Uit Zwaagwesteinde: “Op 2 Juli was het op den straatweg onder Rijperkerk niet rustig. Op den morgen van dien dag bevonden zich daar o.a. Siebren G. en Hendrik B., kooplieden uit Zwaagwesteinde met een hondenkar”.
Geen familienamen in het artikel, want het is een verslag van de rechtbank te Leeuwarden. Uit de administratie van de rechtbank kon ik achterhalen om wie het hier ging: de dan 25-jarige koopman Siebren Geertsma en de dan 24 jarige koopman Hendrik Bosma. “Beiden geboren en wonende te Zwaagwesteinde” staat er in die administratie bij geschreven.

Als Hendrik Bosma in 1900 vierentwintig jaar, moet zijn geboortedatum rond 1876 te vinden zijn. En dat klopt: op 22 april 1876 verscheen de 28-jarige Richtje Edses Dijkstra [arbeidster] uit Zwaagwesteinde voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand der gemeente Dantumadeel. Zij verklaarde dat op 19 april 1876 “des maandags ten zes ure, te Zwaagwesteinde een kind van het mannelijk geslacht is geboren uit Beitske Gerbens Bosma”. Richtje verklaarde bij de geboorte van Hendrik Bosma aanwezig te zijn geweest. Een vader is niet in beeld.

Hendrik was dus een [half]broer van karrijder Gerben Bosma [1869 – 1959]◥.

Het is de enige Hendrik Bosma die rond die tijd in Dantumadeel werd geboren.

Wij gaan terug naar 2 juli 1900, het incident “op den straatweg onder Rijperkerk”. “Een knechtje van Hendrik was er ook bij”. En juist die knecht schopte één van de honden van Siebren Geertsma waarna de ruzie begon. Lees een uitgebreider verslag over de gebeurtenis in de ‘post’ over Siebren Geertsma.

Zeven jaar na dit incident trouwde koopman Hendrik Bosma. Op 05 september 1907, met de 31-jarige Haebeltje

kanttekening geboorteaktes

kanttekening geboorteaktes

Dijkstra [1876 – 1942]. Haebeltje was een ongehuwde moeder uit Zwaagwesteinde en had al zes kinderen gekregen:

  • 15-12-1895, Beitske [geboren te Zwaagwesteinde]
  • 09-11-1897, Taetske [geboren te Leeuwarden]
  • 17-03-1900, een levenloos kind
  • 27-08-1901, Jantje [geboren te Zwaagwesteinde, overleden op 03-01-1904 te Zwaagwesteinde, “onechte dochter van Haebeltje Dijkstra”, zonder beroep]
  • 06-05-1903, Johannes [geboren te Zwaagwesteinde]
  • 22-12-1905, Jantje [geboren te Leeuwarden, overleden op 06-02-1911 te Groningen, vijf jaar oud]

Door een simpele kanttekening bij de geboorteaktes werden de nog levende kinderen op de huwelijksdag door Hendrik erkend – een kanttekening die nooit bij de geboorteakte van hemzelf geplaatst werd. Ook in zijn overlijdensakte werd geen vader genoemd.

Hendrik had ondertussen de hondenkar gelaten voor wat het is. Hij was nog wel steeds koopman maar voer op een schip. Hij was schipper en voer sowieso tussen Leeuwaren en Groningen, getuige de geboorteplaatsen van hun kinderen:

  • 06-07-1908, Antje [geboren te Leeuwarden aan boord van hun schip; Hendrik was schipper – het gezin woonde te Zwaagwesteinde]
  • 10-10-1910, Jan [geboren te Groningen, Hendrik was volgens geboorteakte schipper te Dantumadeel]
  • 29-05-1912, Jantje [geboren te Leeuwarden, overleden te Groningen op 06-02-1911, vijf jaar oud. Volgens overlijdensakte woonde was Hendrik koopman en woonde het gezin te Zwaagwesteinde]
  • 23-07-1914, Hendrik [geboren te Zeerijp, gemeente ’t Zandt provincie Groningen]
  • 30-07-1916, Gerritje [geboren te Zeerijp, gemeente ’t Zandt provincie Groningen]
  • 22-11-1918, Haebeltje [geboren te Hoogkerk – overleden 16-01-1919 te Groningen]
  • 1920, Wiepkje – overleden op 08-01-1921 te Groningen, vier weken oud.

Hendrik Bosma overleed in Groningen. Tijdens de Tweede Wereld oorlog, nog geen vijf maanden na zijn vrouw Haebeltje.
Hij was tot zijn dood volgens zijn overlijdensakte nog steeds koopman – “aardappelkoopman”.

Kunt u helpen? Weet u meer over Hendrik Bosma en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen:

Siebren Geertsma

  • Geboren op 09 december 1874 te Zwaagwesteinde
  • Overleden op 13 december 1956 te Leeuwarden

deel huwelijksakte Siebren Geertsma en Baukje Wijbenga [bron Alle Friezen]

deel huwelijksakte Siebren Geertsma en Baukje Wijbenga [bron Alle Friezen]

Het was op 2 juli 1900 “op den straatweg onder Rijperkerk niet rustig. Op den morgen van dien dag bevonden zich daar o.a. Siebren G. en Hendrik B., kooplieden uit Zwaagwesteinde met een hondenkar”.
Uit de administratie van de rechtbank was daarna te achterhalen om wie het hier ging: de dan 25-jarige koopman Siebren Geertsma en de dan 24 jarige koopman Hendrik Bosma. “Beiden geboren en wonende te Zwaagwesteinde” staat er bij geschreven.

Siebren Geertsma werd geboren in het schoenmakersgezin van Jeen Jans Geertsma en Grietje Sijbrens Steenstra.

Lees hier uitgebreider over Hendrik Bosma.

Terug naar die bewuste 2e juli 1900. Dat er uiteindelijk een rechtszaak kwam, ontstond toen één van de honden van Siebren werd geschopt door de knecht van Hendrik. “Ik zelf schop mijn honden niet, ik wil ’t ook niet van een ander gedaan hebben” zegt hij – keurig in het Nederlands opgetekend in de Leeuwarder Courant.
Het draaide op een gevecht uit waarna ook Hendrik zich er mee ging bemoeien. “Hij zal de twistenden scheiden”, maar denkt in zijn ooghoeken de Marechaussee te zien en sist de beide kemphanen toe te stoppen. Het blijkt de onbezoldigd rijksveldwachter Carelse uit Oenkerk te zijn.
De veldwachter wilde Proces Verbaal op maken en Siebren gaf desgevraagd zijn naam. Maar omdat Carelse meende dat Siebren in “den bekenden staat” verkeerde, wilde Carelse de naam op de hondenkar lezen. Maar dat viel verkeerd bij Siebren.
Hoe het vervolgens precies uit de hand liep is niet te achterhalen, maar “het proces-verbaal gewaagt van een geopend mes – van een karabijn en van bloed dat over de straat stroomde”.

De rechter geeft de rijksveldwachter tijdens de zitting een reprimande: “Gij waart natuurlijk in uw recht, maar gij hebt getoond, dat het u aan tact ontbreekt, om met dergelijke dronken mannen om te gaan”.
Aan de andere kant meent de Officier van Justitie dat Hendrik en Siebren ook een les moeten leren. “De belhamels moeten door een zware straf leeren de overheid te eerbiedigen”. Hij eist zes weken celstraf voor ieder van hen.
Over de knecht wordt niet gesproken. Zijn naam staat niet samen met Hendrik en Siebren vermeld in de rechtbank-registers – hij is verdwenen in de anonimiteit van het verleden.

Op 05 juli 1902 trad Siebren in het huwelijk met zijn 28-jarige dorpsgenoot Baukje Wijbenga [1873 – 1965]. Samen kregen ze volgens mij twee kinderen:

  • 08-08-1904, Willemke [overleden op 22-jarige leeftijd op 16-03-1927]
  • 16-02-1906, Jeen

Siebren moest in 1900 tot twee keer toe voor de rechter verschijnen. Vanwege het beledigen van een ambtenaar plus het belemmeren van een ambtenaar. Het is daarom nieuwsgierig dat er twee jaar later maar liefst drie veldwachters medegetuige zijn van zijn huwelijk met Baukje Wijbenga: de veldwachter van Akkerwoude, de veldwachter van Dantumawoude én de veldwachter van Driesum …

Kunt u helpen? Weet u meer over Siebren Geertsma en zijn gezin? Help mee om de geschiedenis van de mannen [en vrouwen] met hondenkarren completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen.

Bronnen: